“Heiloo is ver weg. Zeker als je tegen de Schulp moet spelen, het hard waait en vriest. Extreme weersomstandigheden, noemen wij dat hier. Gelul natuurlijk. In Rusland, Polen en nog wat landen lachen ze daar smakelijk om. Extreem begint pas te tellen als de temperatuur onder de 20 onder nul duikt. Geeft niet. Laat ze die Hollanders. Ze hebben al zo weinig: geen bergen, geen rotsen, (bijna) geen kerncentrales…
Als je in dat heilloze koude oord moet spelen, dan raak je onder invloed. Van het weer, van de zaal, van de tegenstander. Logisch zo ver van huis. Of je raakt of bent ongesteld. Je weet het niet. Wel degene die het betreft, natuurlijk, maar niet de arme ziel die zich heeft opgedrongen als geestelijk begeleider van een ploegje meest Amsterdamse vrouwen dat de Schulp moet bestrijden. Volliebal. Pfff, vreselijke sport.
De dames uit Amsterdam worden afgemaakt: 4 tegen 0. De Egmond-Binnense volliebaldames, net gepromoveerd uit de tweede klas, maakt gehakt van de Amsterdamsen. Gedesillusioneerd staat de geestelijk begeleider enige tijd later op het perron van het Heiloose station. De trein komt en weet Wormerveer te bereiken. Kan helaas niet verder. De temperatuur zakt en de trein, een spiksplinternieuwe Sprinter of hoe zo’n slak ook misnoemd mag worden. Zo’n Slak heeft geen wc’s. Niet nodig voor die korte afstandjes. Het licht gaat uit en de conducteur draaft door de trein al roepend dat de trein niet verder kan. Heeft ons toch maar keurig in Wormerveer gebracht, precies tot aan het station en gaf toen de geest. Keurig, als de NS. Afijn, twee uur later was ik thuis. Knap sjagrijnig.
Anderhalve week later moesten de Amsterdamse volliebaldames weer optreden. De geestelijk begeleider staat voor de troepen. Ajax had net de dag er voor tegen Milaan eindelijk weer eens gevoetbald en nog gewonnen ook. Ze waren bij Ajax vergeten hoe dat moest. De geestelijk begeleider spreekt zijn troepen moed in: “Hebben jullie gister Ajax zien spelen tegen AC Milan. Hetzelfde Ajax als tegen het altijd lastige NEC (konden de Nijmegenaren, o bravoure, op een gelijkspel houden).” Helemaal fout, zo’n begin. “Dat was wel met een andere kootsj!” Daar sta je als geestelijk begeleider, met je bek vol onverwerkt sjagrijn. Ze wonnen wel, de Amsterdamse volliebaldames. Met 4 tegen 0. Nooit heeft de geestelijk begeleider zich nuttelozer gevoeld.”
Smash meer Knallende Ballen van Dames 1 coach Arno.
Geef een antwoord