Nieuwe teams
Elk seizoen komen er nieuwe spelers bij en gaan er spelers weg bij de jeugd van Albatros. Dat kan bijvoorbeeld zijn doordat de oudste jeugd doorstroomt van de A-jeugd naar de senioren. Hierdoor is het niet mogelijk om de teams elk seizoen bij elkaar te houden. Vaak blijft namelijk een helft van een A-team nog over, waardoor dat weer aangevuld wordt met spelers uit bijvoorbeeld de B.

Teamindeling
Ons streven is dat elk kind met plezier op haar of zijn eigen niveau kan volleyballen. We maken daarom waar mogelijk aparte jongens- en meisjesteams. Ook kijken we naar leeftijd, niveau, potentie, inzet, vriendjes/vriendinnetjes en spelplezier. Bij de CMV bestaat de Technische Commissie uit de CMV-coördinatoren (Rik en Lara), zij maken de teamindeling. De indeling is voor een jaar (sep-jun). In januari worden soms teams opnieuw ingedeeld bij de CMV, bij de aspiranten is dit niet het geval (alleen bij uitzonderingen).

De indeling bij de aspirantenteams (12+ jaar) wordt ook gemaakt door de Technische Commissie (Ruud en Rik). Zij gebruiken hiervoor:
– de input van de trainer(s) van het team aan de TC
– de input van de coach(es) van het team aan de TC
– de input van spelers via een online formulier
– het bekijken van wedstrijden door de Technische Commissie.

Aantal spelers
Kinderen moeten vooral veel spelen om plezier te hebben en om beter te worden. Aspirantenteams (vanaf 12 jaar) die in de Amsterdamse competitie spelen hebben een streef aantal spelers van acht (tenzij de opkomst van een team in het seizoen daarvoor laag was).  Als er te weinig spelers zijn, is er volop de mogelijkheid om te lenen bij andere Albatros teams. Dat geldt niet voor onze regioteams, zij spelen de helft van de wedstrijden uit. Vandaar dat een regioteam vaak negen spelers heeft.

Bij de CMV (tot 12 jaar) spelen we met drie spelers in het veld. Streven is voor alle niveaus om te spelen met vier (en in een uitzonderlijk geval met max vijf) spelers in een team.

Spelsysteem
Een team krijgt meer structuur als er wordt gespeeld met een spelsysteem. We willen wel dat een jeugdspeler op meerdere posities inzetbaar is en alle technieken van volleybal gaat beheersen.

Spelsystemen:
A-jeugd: 1-5
B-jeugd: 2-6 en 1-5
C-jeugd: 6-6 (eerste jaar) en 3-6 (tweede jaar)
CMV: 3-3 (uitleg).

Waarbij het eerste getal staat voor het aantal spelverdelers in het veld en het tweede voor het aantal aanvallers.

Verschillende posities
We onderscheiden de posities van spelverdeler, middenaanvaller, passerloper (buiten) en eventueel diagonaal (bij 1-5). Bij 3-3 of 3-6 kan een spelverdeler ook een aanvaller zijn gedurende de set, afhankelijk van de positie in het veld. We leiden onze spelers breed op. Ook tijdens de jeugdopleiding is het mogelijk dat gewisseld wordt van positie.

Libero
Het gebruik van een libero past niet in ons uitgangspunt dat de spelers alle technieken van volleybal gaan beheersen. Hoewel we ook voordelen zien aan deze positie, merken we ook een te beperkte ontwikkeling ontstaan bij zowel de libero zelf als bij de spelers voor wie deze erin komt. We kiezen er dan ook voor om deze positie niet te hanteren, met de opmerking dat het nieuwe wisselbeleid hierin voldoende kan ondervangen. Eventueel toepassen van een libero in een jeugdteam kan alleen gedaan worden in overleg met de jeugdcommissie.